Een reis door de Provence

Home Parijs Vaujany Reims Provence Meribel Lille Loire Arc1800 Ailly-sur-Noye

Continent: Europa
Land: Frankrijk
Route: Leuven - Toulouse - Carcassonne - Sète - Nîmes - St-Remy-de-Provence - Gordes - Fontaine-de-Vaucluse - Les-Baux-de-Provence - Stes-Maries-de-la-Mer - Leuven
Afgelegde afstand: 2550 km
Datum vertrek: 24/06/2001
Datum aankomst: 30/06/2001
Aantal dagen: 7

                     

We hadden net ons laatste examen aan de Kul gehad en de volgende ochtend vertrokken we richting Toulouse, waar ik een ingangsexamen aan een economische hogeschool moest afleggen om er een jaartje te mogen studeren. We hadden een Ibis-hotel geboekt vlak bij die school, die helemaal knaloranje bleek te zijn en niet echt in een supertoffe buurt lag. ‘s Avonds hebben we wat door Toulouse gewandeld, maar erg onder de indruk waren we toch niet. Er was net een staking van de vuilnismannen en dus hing er ook nog eens een walgelijke geur in heel de stad. Met veel zenuwen heb ik ‘s ochtends mijn examen gedaan en dat bleek in het Engels te zijn, terwijl ik me heel de tijd in het Frans had zitten voorbereiden. Het examen was echt kei gemakkelijk en ik behaalde 100%, zo gemakkelijk was het dus. Hoewel die school op nummer 1 in mijn favorietenlijstje stond, begon ik nu toch wat te twijfelen aan het niveau.

Aangezien Guus en ik absoluut niet tegen de hitte kunnen, zijn we daarna op zoek gegaan naar een zwembad. Amaai dat bleek moeilijker dan we dachten. Guus mocht namelijk niet binnen met zijn zwemshort omdat het volgens de Franse hygiëne verplicht was een zwemslip aan te doen. We gingen dus de dichtstbijzijnde supermarkt binnen en daar hadden ze toch wel geen zwembroeken, maar wel afschuwelijke onderbroeken, die dan maar als zwembroek moesten dienen. Toen we terug op zoek gingen naar dat zwembad, konden we het niet meer vinden. Nog een paar andere manieren geprobeerd maar neen, het zwembad was verdampt. Dan maar op weg naar onze volgende stopplaats, Carcassonne, waar onze vakantie pas echt begon.

We bezochten de prachtige middeleeuwse stad boven op een heuvel. Het was er weer hartstikke warm en op aanraden van de hoteleigenaar gingen we zwemmen in een meertje. Prachtig gewoon, tussen alle eenden in het water, omringd door heuvels met bossen en gewoon wij tweetjes met maar een paar andere zielen die dit plekje kenden. We zwommen wat en voelden we ons lekker fris. Daarna wilden we even opdrogen langs de kant van het water maar een of andere verdwaalde hond vond dat geen goed idee. Hij deed ons niets maar liep de hele tijd toertjes rond ons en gromde wat. Dan zijn we maar terug naar het hotel gegaan en hebben we een goed restaurantje opgezocht. ’s Avonds hebben we nog even door het dorpje gewandeld en de volgende dag gingen we dan maar richting de kust, want die werd in onze toeristische boeken de hemel in geprezen.

Blijkbaar kozen we het verkeerde dorpje uit, Sète, dat een ware havenstad was en bijna geen strand had. We vroegen in het ene hotel na het andere of er nog een vrije kamer was, maar er was nergens plaats. Uiteindelijk zijn we dan maar met veel tegenzin zo’n sixties hotel binnen gegaan, uitgebaat door een oude dame waar de vriendelijkheid van afdroop. De kamers waren niet meer gebruikt sinds de jaren 60, daar waren we allebei zeker van. Ik moet wel zeggen dat we super heerlijke mosselen gegeten hebben op een terrasje langs een drukke weg. Er was werkelijk niets charmants aan dit plaatsje.

De volgende dag reden we door naar Nîmes en daar bezochten we het zeer oude colloseum , dat werkelijk indrukwekkend groot was. Nog wat door de stad geslenterd maar voor de verandering was het weer veel te warm en wilden we op de boerenbuiten een rustig plaatsje vinden om te maffen. Weer wat verder belanden we in St-Rémy-de-Provence, een dorpje waar Van Gogh nog geleefd had en bijgevolg hing heel het dorpje dus vol met zijn schilderijen. Daar vonden we uiteindelijk een kamertje in een hotel met een zwembad (een super mini bad vol beesten ,maar ja) en ‘s avonds verkende we het dorpje. Alles bleek er hartstikke duur, dus zijn we maar een Italiaans restaurantje binnen gegaan, waar je goedkoop pasta pesto kon eten. We hadden heel lekker gegeten, maar daarna hadden we allebei mega buikpijn voor de rest van de avond.

Ik vind de Hongaarse kunstenaar Vasarely, supergoed en we lazen in ons boekje dat de grootste tentoonstelling ooit, in Gordes lag. Langs haarspeldbochtjes bereikten we het dorpje en toen bleek dat die tentoonstelling tijdelijk verhuisd was naar, jawel hoor, St-Rémy-de-Provence! We hadden geen zin om terug te rijden, want een beetje verderop zagen we allemaal knalrode rotsen, die een beetje deden denken aan een mini Grand Canyon. We zijn helaas de naam van dat dorpje vergeten, waar er zat daar enkel knalrood en knalgeel zand in de grond en de rotsen hadden mega maffe figuren. We hebben er rustig gepicknickt terwijl we figuren in die rotsen zochten. Daarna zijn we over kleine weggetjes verder gereden en hebben we van prachtige uitzichten genoten. De volgende stop was Fontaine-de-Vaucluse, een mooi dorpje, waar de bron van een af andere rivier zich bevond, die overigens wel de moeite was om te bekijken. Een terrasje aan het kabbelende water deed ons weer dromen van een zwembad. Dus reden we weer verder tot we een zwembad tegenkwamen. Het was een mega bad, olympisch groot, met weinig volk, waar we echt uren hebben ingezeten. Zalig gewoon.

Vandaar uit reden we weer een stukje naar het zuiden, richting de kust.Onderweg passeerden we Les-Baux-de-Provence een dorpje met een prachtige middeleeuwse ruïne, met een fantastisch uitzicht over de beste wijngaarden van Frankrijk. Het tofste hadden we echter tot het laatst bewaard, namelijk Stes-Maries-de-la-Mer, midden in de Camargue, een groot natuurpark vol met wilde paarden en andere diersoorten. Toen we eraan kwamen bleek er in een hotelletje aan het strand nog een mooie kamer vrij te zijn met een prachtig uitzicht op de zee. Met een toeristenbootje zijn we dan de Camargue ingevaren en kwamen we onder de indruk van al die prachtige natuur, hoewel het soms wel erg toeristische trekjes vertoonde, zoals een cowboy die liet zien hoe hij zijn paarden binnen de hekken leidde. ‘s Ochtends hebben we terug wat gezwommen en heb ik zowaar een paar uur op het strand gelegen.

Uiteindelijk moesten we terug de auto in, want we moesten terug huiswaarts keren. Het was de bedoeling ergens een tussenstop te maken, maar dat bleek echter onmogelijk want er was een vrachtwagen gekanteld op de autostrade en verschillende op- en afritten waren afgesloten, wat uiteraard voor monsterfiles in heel de Provence zorgde. Overal waar we stopten om te overnachten, bleken de hotels vol te zitten en konden we niet anders dan weer verder rijden. Er werd zelfs water en voedsel door de brandweer uitgedeeld langs de kant van de weg, omdat die files echt al acht uur stilstonden. Uiteindelijk zijn we dan maar ineens doorgereden tot België en kwamen we supermoe aan.

  Home Parijs Vaujany Reims Provence Meribel Lille Loire Arc1800 Ailly-sur-Noye