Zeilen op de Friese meren
Continent: | Europa |
Land: | Nederland |
Route: | Antwerpen - Sneek - Stavoren - Enkhuizen - Workum - Bolsward - Sloten - Lemmer - Joure - Sneek - Antwerpen |
Afgelegde afstand: | 760 km |
Datum vertrek: | 20 september 2003 |
Datum aankomst: | 26 september 2003 |
Aantal dagen: | 7 |
Al jaren roepen we dat we een keer samen gaan zeilen, maar tot nu toe was het er nooit van gekomen. In de zomer hadden we al een goed begin gemaakt door een zeilcursus te volgen in een kleine plas nabij de Schelde. Dit was een avontuur op zich, maar we slaagden wonderwel voor het examen. Helemaal voorbereid vertrokken we dus eindelijk naar Friesland voor een week zeilen met mijn ouders.
Zaterdag rond een uur of elf kwamen we eindelijk aan bij de boot in Sneek, nadat we eerst weer een kilometer of dertig omgereden hadden. Laten we hopen dat onze navigatie op het water iets minder desastreus verloopt dan op land. Een uurtje later kozen we het ruime sop.
Van Sneek ging het richting Stavoren. Het eerste wat ons opviel was dat het weer wel erg goed was voor de tijd van het jaar. Een dikke twintig graden en toch een aardig windje, zodat er ook nog wat gezeild kon worden. Het deed deugd om na zoveel jaren de oude vertrouwde Friese dorpjes weer eens terug te zien. We sliepen in de buitenhaven, dat wil zeggen Astrid en ik sliepen op de boot en mijn ouders gingen op hotel. Maar goed ook zo want met z'n vieren op die boot is toch wat krap aan, hoewel er in principe zes slaapplaatsen aan boord zijn. Wij verwende landrotten ook. Na een wandeling naar het centrum langs de typische kleine huisjes, gingen we een hapje eten bij de oude haven. Het eten en de bediening waren er zo slecht dat mijn pa zich niet eens schaamde om een servet mee te jatten om deze aan boord als theedoek, die we uiteraard thuis vergeten waren, te gebruiken.
De volgende ochtend, nou ja bijna middag, maakten we ons
klaar voor onze oversteek van het Ijselmeer naar Enkhuizen. Zoals de dag
voordien zat het weer ons gigantisch mee en een drie uur later was de dromedaris
van Enkhuizen, een gigantische versterkte toren, al goed te zien. We waren wel
wat vroeg om nu al het zeilen op te geven, maar toch waren daar een paar goede
argumenten voor. Ten eerste was Astrid een beetje misselijk aangezien er een
best stevige wind had gestaan en de boot bijgevolg nogal stevig op en neer was
gegaan. Ten tweede was het nu echt terrasjesweer geworden en konden we een
verfrissing goed gebruiken op de gezellige terrasjes. Ten derde was terug
oversteken ook geen optie omdat de tijd daarvoor ontbrak, maar de voornaamste
reden was dat er in Enkhuizen een erg goed restaurant was, waar voor die avond
ook nog plaats bleek te zijn. Na een paar pintjes op het terras kwam de stemming
er al goed in en na een heerlijke maaltijd kropen we voldaan in ons drijvende
nest.
De volgende dag maakten we de overtocht naar Workum, wat
met de aangewakkerde wind, een behoorlijk stevig tochtje werd. Na wat
rondgelopen te hebben in Workum, besloten we eens een keer in Bolsward te
overnachten. Het begon nu echt slecht weer te worden, maar gelukkig zou dit de
enige dag zijn waarop we onze regenkleding nodig zouden hebben. Erger was dat we
geen haven konden vinden in het dorpje en op de verouderde kaarten bleek er ook
geen te zijn. Voor pa en ma had dit geen grote gevolgen, want zij vonden al snel
een hotelletje, maar voor Astrid en mij betekende dit geen toiletten en geen
douches. Nou ja voor een dagje wou dat nog wel gaan zeker. Aangezien het nog
maar een uur of drie was, besloten we een wandelingetje te gaan maken, maar een
half uur later hadden we het hele gat al gezien en bovendien begon het nu echt
te gieten. 's Avonds in een lokale kroeg zeer behoorlijk gegeten alleen kunnen
we ons gezicht er nooit meer vertonen aangezien er een paar flessen te veel wijn
gesneuveld waren en mijn pa de serveerster al oneerbare voorstellen begon te
doen. Dood van schaamte rekende we snel af en gingen we slapen.
's Anderendaags bij het uitvaren van Bolsward zien we
ineens allemaal borden staan die de weg naar de om de hoek liggende haven
aangeven. Om een of andere reden hadden we die gisteren compleet over het hoofd
gezzien, maar ach wat maakt het uit, het weer was opgeklaard en we zetten koers
naar Sloten. Sloten is een ongelofelijk mooi en typisch klein Fries dorpje. Het
leeft zuiver van het toerisme en buiten de eigenaars van horecazaken woont er
ook geen kat. De huisjes worden allemaal gebruikt als vakantiehuisje. Aangezien
Sloten ook geen hotel heeft, besluiten we na een bakje koffie door te zeilen
naar Lemmer. Onderweg wordt er nog flink gezeild en het blijkt dat we het nog
niet helemaal verleerd zijn.
Na de nacht in Lemmer doorgebracht te hebben in de buitenhaven, waar echt geen kip meer was aangezien het zeilseizoen nu echt op zijn einde liep, gingen we terug het binnenland in richting Joure. In Joure bevindt zich een van de betere restaurantjes van Friesland waar mijn pa, mijn broer en ik in het verleden verschillende kerern gegeten hadden, maar vor Astrid en ons mam zou het de eerste keer worden. Helaas het noodlot sloeg ongenadig hard toe. Ten eerste was het restaurant dicht om de zeer goede reden dat er een boerenfestival in Joure was, waarbij de koeien, paarden en compleet bezopen boeren door elkaar liepen. Ten tweede was er geen hotel in de buurt. Dit zou beteken eten in een louche kroeg in de haven, maar erger nog dat pa en ma een nachtje op de boot zouden doorbrengen. Dat zagen Astrid en ik dus niet zitten en dus werd er een reddingsplan opgesteld. We zouden met een taxi naar de De Oude Schouw gaan, een kilometer of vijftien verderop, en daar een kamer boeken en iets eten. Vervolgens zouden Astrid en ik een taxi terug naar de boot nemen en 's morgens pa en ma met de boot gan ophalen aangezien het hotel op de terugweg naar Sneek lag. Hier kon iedereen zich in vinden alleen hadden Astrid en ik nog nooit met z'n tweeën een boot bestuurd.
Na een zenuwachtige nachtrust maakten we ons klaar voor onze "solotocht". Afmeren en in een smal kanaaltje omdraaien bleek al een hele hindernis, maar even later waren we toch op weg naar Sneek. Vlak bij onze aankomst echter moesten we voor een grote brug over het Wilhelminakanaal wachten, waarbij we ei zo na overvaren werden door een gigantisch vrachtschip. Wat het aanmeren betreft, waren we blij dat pa ons al had zien aankomen en een handje toestak.
Na de laatste kilometers richting Sneek afgelegd te hebben, konden we de boot inleveren en onze terugreis aanvangen. Voor herhaling vatbaar wat ons betreft.